Huishoudelijk Reglement.
Versie geldig vanaf seizoen 2012- 2013. (geen wijzigingen afgelopen ALV)
Laatste wijzigingen: ALV 07-06-2012.
Hfd. 1 Algemene Ledenvergadering (ALV)
Art. 1.1 De datum waarop een ALV gehouden wordt, dient tenminste 14 dagen voor deze ALV aan de leden bekend gemaakt te worden. Dit gebeurt middels een uitnodiging naar alle teamcaptains en een vermelding op de hoofdpagina van onze website www.adoarnhem.nl
Art. 1.2 De agenda voor een ALV wordt tenminste zeven dagen van tevoren opgesteld, en ligt ter inzage op het secretariaat.
Art. 1.3 Voorstellen om een bepaald punt op de agenda te plaatsen, dienen uiterlijk tien dagen voor aanvang van de ALV schriftelijk bij het secretariaat bekend te zijn. Deze voorstellen dienen minimaal door drie leden ondertekend te zijn.
Art. 1.4 Besluiten worden in de ALV genomen met meerderheid van stemmen en zijn alleen geldig indien tenminste de helft van het bestuur aanwezig is.
Art. 1.5 De ALV is bevoegd een zo nauwkeurig mogelijk omschreven deel van haar bevoegdheid of die van het bestuur over te dragen aan een speciale commissie die door de ALV wordt benoemd en aan de ALV verantwoording schuldig is.
Art. 1.6 De voorzitter van het bestuur is tevens de voorzitter van de ALV en is belast met de leiding van de werkzaamheden en het handhaven van de orde tijdens de ALV Bij afwezigheid van de voorzitter neemt de secretaris deze functie waar.
Art. 1.7 Bij aanvang van de vergadering laat de secretaris een lijst rondgaan, waarop een ieder lid zijn of haar naam en handtekening dient te plaatsen. Ieder lid die later op de vergadering aanwezig is, kan alleen stemmen over een bepaald onderwerp, indien hij of zij voor aanvang van de behandeling van dat punt zijn of haar handtekening op de lijst heeft gezet.
Art. 1.8 De voorzitter heeft het recht een punt van de agenda te schrappen tenzij de meerderheid van de vergadering zich hiertegen bij motie van orde verzet.
Art. 1.9 De orde van de ALV is: 1. Opening, 2. Notulen vorige vergadering, 3. Ingekomen stukken, 4. Uitgaande stukken, 5. Mededelingen bestuur, 6. Agenda, 7. Rondvraag, 8. Sluiting.
Art. 1.10 Motie van wantrouwen of vertrouwen in het bestuursbeleid alsmede moties van orden worden onmiddellijk in behandeling genomen. Deze dient schriftelijk ingediend te worden bij de voorzitter en door drie leden te zijn ondertekend.
Art. 1.11 Andere moties dan bedoeld in art. 1.10 kunnen slechts in behandeling worden genomen voor zover zij in verband staan met op de agenda vermelde punten.
Art. 1.12 Moties tegen amendementen kunnen staande op de vergadering worden ingediend.
Art. 1.13 De voorzitter bepaald de spreektijd en verleent het woord. Hij mag de spreker in de rede vallen, indien deze: A. van het onderwerp afwijkt, B. zich beledigend of insinuerend uitlaat, C. te lang spreekt. Hij heeft recht tot sluiting van de discussie, tenzij de meerderheid van de vergadering zich hiertegen bij motie van orde verzet. Hij heeft het recht bij verstoring van de orde, de ordeverstoorder staande de vergadering te berispen, hem of haar verzoeken de vergadering te verlaten, dan wel hem of haar uit de vergadering te verwijderen.
Art. 1.14 De voorzitter bepaalt de duur van een eventuele schorsing of verdaging van de vergadering.
Art. 1.15 In zaken, die niet voorkomen op de agenda, kunnen geen beslissingen worden genomen.
Art. 1.16 Stemgerechtigd in de ALV zijn alle gewoon en buitengewone leden van de ADO
Art. 1.17 Over zaken wordt op een van de onderstaande manieren gestemd: A. mondeling, B. schriftelijk, indien een der stemgerechtigden dit verlangt.
Art. 1.18 Over personen wordt altijd schriftelijk gestemd.
Art. 1.19 Bij een schriftelijke stemming zijn stembriefjes ongeldig wanneer: A. deze niet duidelijk ingevuld zijn, B. deze blanco zijn, C. er meer op staat dan bepaald is door de voorzitter.
Art. 1.20 Stemming bij schriftelijke machtiging is mogelijk door een stemgerechtigd lid, ieder stemgerechtigd lid mag slechts één machtiging hebben. De machtiging moet voor aanvang van de vergadering aan de secretaris overhandigd worden.
Art. 1.21 Ieder stemgerechtigd lid kan slechts eenmaal stemmen en wel: voor, tegen, blanco.
Art. 1.22 Ieder voorstel, motie of amendement wordt aangenomen bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, behalve wanneer de statuten of het huishoudelijk reglement een andere meerderheid voorschrijft.
Art. 1.23 Bij staking van de stemming vindt herstemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit wenst.
Art. 1.24 Zijn er met betrekking tot een agendapunt meerdere voorstellen en of amendementen, dan wordt eerst gestemd over het voorstel of amendement van de verste strekking. Bij verschil van mening beslist de voorzitter. Amendementen gaan voor voorstellen, tenzij praktische redenen zich hiertegen verzetten.
Art. 1.25 Het bestuur heeft de mogelijkheid, in dringende zaken, de leden op korte termijn mee te laten beslissen zonder daar voor een ALV bijeen te hoeven roepen. Het bestuur moet dan in een schrijven een voorstel doen. Dit schrijven moet gericht zijn aan alle bij het bestuur bekend zijnde adressen van de leden. Het voorstel is aangenomen indien er binnen veertien dagen na verzending door niet meer dan tien leden bezwaar is aangetekend. Bezwaar aantekenen kan d.m.v. een bezwaarschrift ondertekend door een of meerdere leden naar het ADO secretariaat te verzenden.
Hfd. 2 De Dart banen
Art. 2.1 Slechts goede borden mogen als wedstrijdbord gebruikt worden.
Art. 2.2 Een dartbord gebruikt voor een wedstrijd, dient het 1 t/m 20 patroon te hebben.
Art. 2.3 De bedrading van de segmenten, dubbels e.d. dienen zodanig op het bord gemonteerd te zijn, dat zij op het bord liggen.
Art. 2.4 Het dartbord dient zo bevestigd te zijn dat het 20-segment (zwart gekleurd) exact aan de bovenkant zit.
Art. 2.5 Het dartbord dient zo bevestigd te zijn dat het loodrecht hangt.
Art. 2.6 Het dartbord mag tijdens het werpen van de darts niet bewegen, tevens mag de bedrading van het bord niet hinderlijk reflecteren.
Art. 2.7 Een dartbord dient verlicht te zijn door minimaal 2 spots van 60 Watt spiegelreflex of 2 spots van 20 Watt halogeen lampen. Deze spots moeten tussen de 0,50 meter en 1,00 meter van elkaar bevestigd zijn en zich tussen de 1,25 meter en 2,00 meter van het dartbord bevinden.
Art. 2.8 De verlichting dient zo te zijn bevestigd, dat het dartbord direct wordt verlicht en de lichtbron onzichtbaar is voor de werper. Tevens mag de verlichting op generlei wijze de spelers hinderen.
Art. 2.9 Als een lichtbron, door welke oorzaak dan ook dooft, valt of van hoogte verandert, mag indien de werper hiervan hinder ondervindt, zijn of haar hele worp ongeldig worden verklaard. De gehele worp moet dan opnieuw worden gegooid (drie darts).
Art. 2.10 Het dartbord dient zodanig bevestigd te zijn, dat het midden van de bull op een hoogte van 1,73 meter boven de vloer zit. Indien er een hoogte verschil is van de vloer bij het bord t.o.v. de vloerhoogte bij de werpplaats, dan moet dit verschil in de hiervoor genoemde hoogte verrekend worden. (zie bijlage b)
Art. 2.11 Een balkje (okkey) dient minimaal 60 cm lang en minimaal 3 cm hoog te zijn. Deze okkey dient stevig op de vloer bevestigd te worden.
Art. 2.12 De okkey moet zo bevestigd zijn, dat de afstand vanaf de achterzijde van de okkey (gezien vanaf het bord) tot aan het punt loodrecht onder de bull op de vloer 2,37 meter bedraagt.
Art. 2.13 De diagonale afstand, gemeten vanaf het midden van de bull tot aan de achterzijde van de okkey bedraagt 2,93 meter.
Art. 2.14 De afstand tussen twee banen moet zodanig zijn dat de schrijver of speler niet gehinderd worden door ander spelers (bezoekers). Het scorebord dient vast naast het dartbord geplaatst te zijn (is deze op een deur van de dart kast gemonteerd dan dient de deur vastgezet te worden).
Art. 2.15 Een dartbaan dient minimaal 1,50 meter breed te zijn, te weten 0,75 meter aan weerszijde van het hart van het dartbord.
Art. 2.16 Indien de vloer in de directe omgeving van het dartbord in een zodanige staat is dat zij geen bescherming biedt voor en tegen vallende of wegspringende darts, dan moet deze met een dart mat of ander materiaal met hetzelfde effect worden bedekt.
Art. 2.17 De spelers dienen te kunnen beschikken over een vrije ruimte van minimaal 1,50 meter achter de okkey en is zo breed als de dartbaan.
Art. 2.18A Tijdens het gehele seizoen zullen de banen steekproefsgewijs gekeurd worden. De baan dient te allen tijde aan de voorwaarden te voldoen welke genoemd zijn in Art. 2.1 t/m 2.16.
Art. 2.18B Nieuwe speellocaties zullen voor aanvang van het seizoen bezocht worden door bestuur/baancontroleur om locatie en baan te controleren.
Art. 2.19 Vervallen.
Art. 2.20 Mocht er door een verandering of ombouw van de baan tijdens het seizoen een herkeuring nodig zijn, dan dient dit bij het wedstrijdsecretariaat gemeld te worden en is er geen bedrag verschuldigd. Echter bij het niet melden van een verandering wordt 25,00 euro in rekening gebracht. Een eerste herkeuring van deze verandering kost 50,00 euro, een tweede herkeuring van deze verandering betekent uitsluiting van de competitie. De boetes dienen gelijk voldaan te worden aan de commissie.
Art. 2.21 Meerdere dart banen in een locatie is per baan de ruimte van 2 maal 3,87 meter noodzakelijk. Let ook op de ruimte voor de teamleden achter de okkey.
Art. 2.22A Speelgelegenheid dient te zijn ingeschreven in het speelgelegenhedenregister.
Art. 2.22B Uitsluitend speelgelegenheden gevestigd in het door de ADO aangewezen
gebied komen in aanmerking om te worden opgenomen in dit register.
Art. 2.22C Teams welke willen deelnemen aan een door de ADO georganiseerde competitie mogen uitsluitend spelen in een speelgelegenheid die is ingeschreven in het ADO speelgelegenheden register.
Art. 2.22D Het bestuur van de ADO behoudt zich het recht voor speelgelegenheden te weigeren.
Art. 2.22E In gevallen waarin dit artikel niet voorziet beslist het bestuur.
Hfd. 3 Het lidmaatschap
Art. 3.1 Ieder team zorgt ervoor dat er voor het begin van de competitie een volledig en naar waarheid ingevuld inschrijfformulier bij het ADO secretariaat aanwezig is.
Art. 3.2A Inschrijven voor de competitie kan alleen met behulp van bovengenoemd formulier en voor een door het bestuur vastgestelde dag.
Art. 3.2B Bij de 2 ophaaldagen bedraagt de contributie bij pinnen € 17,00 per speler, en eenmalig € 17,00 per speelgelegenheid per seizoen, ongeacht het aantal teams. Bij contante betaling of bij na inschrijving (tijdens seizoen) bedraagt de contributie € 20,00
Art. 3.2C Een speler kan lid worden van de ADO tot 5 wedstrijden voor het einde van de competitie.
Art. 3.3 Een team of lid kan alleen ingeschreven worden als de eventuele contributie achterstand(en) en of eventuele boetes betaald zijn.
Art. 3.4 Teams mogen alleen met speelgerechtigde spelers uitkomen.
Art. 3.5 Speelgerechtigde spelers zijn spelers die in het bezit zijn van een geldige ADO spelerspas.
Art. 3.6 Een spelerspas wordt alleen verstrekt als de contributie op een dusdanige wijze betaald is, zodat de penningmeester en/of speler dit kan aantonen. (bv. bankafschrift, contant aan de penningmeester).
Art. 3.7 Er wordt geen pas verstrekt bij gebrek aan gegevens of pasfoto.
Tevens dient een speler ouder te zijn dan 16 jaar of tijdens het betreffende seizoen de leeftijd van 16 jaar te bereiken.
Art. 3.8 Een lid dat niet aan art. 3.6 en art. 3.7 kan voldoen zal in de administratie als niet speelgerechtigde speler worden gevoerd.
Art. 3.9 Wijzigingen met betrekking tot de gegevens op de spelerspas moeten schriftelijk binnen twee weken aan het ADO secretariaat worden doorgegeven, met inbegrip van de oude pas.
Art. 3.10 Bij verlies, diefstal, wijziging of beschadiging van de spelerspas wordt 7,50 euro in rekening gebracht, voor aanmaak van een nieuwe pas.
Art. 3.11 Mocht er sprake zijn van pasvervalsing kan het bestuur beslissen dat de desbetreffende speler of team uit de competitie wordt genomen.
Art. 3.12 Een invaller moet in het bezit zijn van een geldige spelerspas, anders is hij of zij niet speelgerechtigd.
Art. 3.13 Uitschrijving tijdens de competitie van een speler dient schriftelijk te worden gemeld aan het secretariaat en te zijn ondertekend door de desbetreffende persoon.
Art. 3.14 Veranderingen in de persoonsgegevens (adreswijziging bij verhuizing e.d.) dienen schriftelijk gemeld te worden bij het secretariaat.
Art. 3.15 Overgang van een speler naar een ander team tijdens de competitie kan alleen in één van de onderstaande gevallen:
- Van een team uit een lagere divisie naar een team in een hogere divisie.
- Van het ene team naar een ander team spelend in dezelfde divisie, mits spelend in een andere poule.
- Indien de betreffende speler minder dan drie wedstrijden heeft gespeeld.
- Bij 5 wedstrijden voor het einde van de competitie kan een speler niet meer ruilen van team alsmede ingehuurd worden door een ander team. (zie ook HHR 3.2c)
Noot: een speler kan per seizoen maximaal één maal van team wisselen.
Art. 3.16 Bij inschrijving wordt aan iedere teamcaptain een recente versie van dit reglement uitgereikt. Een ieder spelend onder auspiciën van de A.D.O. dient zich aan dit reglement te houden.
Hfd. 4 Wedstrijdreglement
Art. 4.1 Een wedstrijd zal worden gespeeld op een door de speelgelegenheid aangewezen dartbaan. Het uitspelende team heeft hier geen zeggenschap over. (uiteraard moet dit wel een door de ADO goedgekeurde baan zijn)
Art. 4.2 Tijdens een wedstrijd onder auspiciën van de ADO moet men gebruik maken van een okkey (zie art. 2.11).
Art. 4.3 De okkey dient tijdens de wedstrijden niet te kunnen verschuiven t.o.v. het bord (zie art. 2.11).
Art. 4.4 Tijdens het werpen mag niet over de okkey worden gestapt. Ook niet erop! Een speler mag ook van achter een denkbeeldig doorgetrokken lijn, vanaf de uiteinden van de okkey werpen.
Art. 4.5 Een speler die art. 4.4 overtreedt, moet door de schrijver gewaarschuwd worden. Bij meerdere malen van overtreding kan de schrijver de beurt ongeldig verklaren en nul punten op het bord schrijven.
Art. 4.6 De darts moeten met de hand en door de speler zelf geworpen worden.
Art. 4.7 Een beurt bestaat uit het werpen van drie darts afzonderlijk of minder indien daar een leg mee beëindigd wordt.
Art. 4.8 Een geworpen dart die uit het bord valt, terugspringt van de bedrading en/of niet met de punt in het bord zit, telt niet mee voor de score en mag niet worden over geworpen.
Art. 4.9 Een dart mag maximaal 30,5 cm lang zijn en maximaal 50 gram wegen.
Art. 4.10 Een team bestaat uit een bepaald aantal leden. Hiervan moet men er per wedstrijd vier opstellen. Daarnaast mag men maximaal twee reserves opstellen, waarbij de speler die vervangen is niet meer aan de wedstrijd mag deelnemen zodra zijn invaller zijn eerste dart geworpen heeft.
Art. 4.11 Voor de wedstrijd moeten minimaal drie spelers aanwezig zijn. Voor de vierde niet aanwezige speler geldt, dat deze zijn darts buiten het bord heeft geworpen.
Art. 4.12 Er wordt competitie gespeeld op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag, tenzij twee teams onderling een andere dag afspreken voor de door hen te spelen wedstrijd.
Art. 4.13 Elk team moet ernaar streven om een zo hoog mogelijke plaats te behalen in de eindrangschikking van de competitie.
Art. 4.14 Elk team dat daarvoor in aanmerking komt dient aan promotie of degradatie deel te nemen. Vrijwillige degradatie is niet mogelijk.
Art. 4.15 De kampioenen van de divisies promoveren automatisch naar de direct erboven gelegen divisie. Er zullen evenveel teams degraderen naar de direct eronder gelegen divisie, als er van daaruit promoveren.
Art. 4.16A Aan het einde van de competitie zal er indien nodig een nacompetitie gespeeld worden tussen de hoogst geplaatste niet promoverende teams van een divisie, die op gelijke hoogte geëindigd zijn. Het betreft hier een halve competitie gespeeld in het spelsoort van deze divisie. De rangorde die dan ontstaat is bepalend voor eventueel versterkte promotie.
Art. 4.16B Wanneer meerdere teams gelijk eindigen in de eindranglijst van de competitie, en dit gevolgen heeft voor het al dan niet spelen van promotie/degradatie wedstrijden, dan telt eerst het onderlinge resultaat.
Art. 4.17 De wedstrijdsecretaris stelt het wedstrijdschema vast, verzamelt de uitslagen en maakt de rangschikking van elke divisie op.
Art. 4.18A Invallen voor een speler van een ander team is toegestaan indien deze speelt in dezelfde speelgelegenheid en invalt in een team in een hogere divisie.
Een uitzondering wordt echter gemaakt voor teams uit de vierde divisie. Deze mogen één speler lenen uit dezelfde divisie mits hij speelt in dezelfde speelgelegenheid.
Art. 4.18B Een team mag maximaal één speler lenen van een ander team. (zie ook HHR 3.2c en 3.15)
Art. 4.19A Bij het spelen van promotie - degradatie wedstrijden en divisie kampioenschappen is het niet toegestaan om spelers van een ander team in te huren. Ook het alsnog lid maken van nieuwe spelers is niet toegestaan. (zie ook HHR 3.2c en 3.15)
Art. 4.19B Een team mag per seizoen maximaal 10 keer een invaller gebruiken. De teamcaptain is verantwoordelijk voor de controle en geeft op het wedstrijdformulier aan wie de invaller is. Als de speler (invaller) op het wedstrijdformulier staat, ook al is dit als reserve, dan telt hij of zij als ingeleend!
Art. 4.20 Mocht de wedstrijdsecretaris bij ontvangst van het wedstrijdformulier constateren dat art. 4.18 niet is nageleefd, geldt de desbetreffende speler als niet speelgerechtigd.
Art. 4.21 Als een niet speelgerechtigde speler heeft meegespeeld, moet de wedstrijdsecretaris na ontvangst van het wedstrijdformulier, waaruit het hier voorgaande blijkt, deze wedstrijd 0-0 verklaren. Mocht de tegenpartij hierover een opmerking op het wedstrijdformulier hebben geplaatst, dan geldt dat dit team de
helft+1 punt krijgt. Mocht dit aan het eind van het seizoen lager zijn dan het gemiddeld aantal behaalde punten, dan zal het puntenaantal hiernaar aangepast worden.
Art. 4.22 Verandering van team door een speler tijdens het seizoen, is niet toegestaan, mits het bestuur anders beslist. (zie ook HHR 3.2c en 3.15)
Art. 4.23 Voor de plaats in de rangorde voor een nieuw seizoen is alleen de teamsamenstelling van belang en niet de teamnaam.
Art. 4.24 Een team moet in twee opeenvolgende seizoenen voor de helft plus één uit dezelfde personen bestaan. Is dit niet het geval dan wordt het team voor het nieuwe seizoen als een nieuw team beschouwt. Indien er door deze regel een team wegvalt uit een divisie, kan er op deze plaats aanspraak gemaakt worden door het team dat onder de naam van het eerstgenoemde team gaat spelen. Een speler maakt deel uit van een team indien een speler als zodanig is ingeschreven of vorig seizoen minimaal vijf wedstrijden voor dat team heeft gespeeld.
Art. 4.25A De uitslag dient zowel in punten als in legs (zie wedstrijdformulier) door een geautoriseerd persoon (meestal de TC) door beide teams online ingevuld te worden op de ADO site. Dit dient in dezelfde speelweek te gebeuren. Bij niet naleven van deze regel zal na exact 1 kalenderweek het in gebreken blijvende team onherroepelijk 0 punten en 0 legs krijgen. Het team dat wel ingevuld heeft krijgt uiteraard wel hun behaalde punten en legs.
Art. 4.25B Tevens dient het wedstrijdformulier volledig, duidelijk en juist te worden ingevuld. Het formulier dient uiterlijk in dezelfde speelweek binnen te zijn bij de wedstrijdsecretaris. Het formulier dient per post of per mail (.jpg) opgestuurd te worden. Dit dient door het thuisspelende team te worden gepost. Bij niet naleven van deze regel kan de wedstrijdsecretaris een boete in de vorm van -3 punten voor het thuisspelende team opleggen.
Art. 4.26 Ieder team speelt de wedstrijden zoals die in het reglement staan vermeld.
Art. 4.27 Het thuisspelende team begint alle onderdelen indien er ook een return wordt gespeeld. Is dit niet het geval dan wordt er voor aanvang van de wedstrijd getost. Het team dat de tos wint begint het eerste onderdeel het andere team het tweede, enz.
Art. 4.28 Op- en aanmerkingen moeten op het wedstrijdformulier worden vermeld of in een begeleidend schrijven als de ruimte niet toereikend is.
Art. 4.29 Een elektronisch scorebord is niet toegestaan. Er moet te allen tijde met de hand geschreven worden.
Art. 4.30 Het niet spelen van een wedstrijd op de daarvoor vastgestelde plaats en datum is niet toegestaan, mits er sprake is van overmacht. De afgezegde competitiewedstrijd dient binnen twee weken gespeeld te zijn. Tevens dient een competitiewedstrijd 24 uur van tevoren door de verhinderde teamcaptain afgezegd te worden. Wanneer men verzuimd binnen 24 uur af te zeggen krijgt het verhinderde team -3 punten.
Art. 4.31 Indien één van beide teams al twee wedstrijden heeft uitgesteld kan er geen uitstel meer verleend worden, tot een van de uitgestelde wedstrijden daadwerkelijk gespeeld is.
Art. 4.32 Beide teams dienen er zorg voor te dragen dat een uitgestelde wedstrijd binnen de daarvoor gesteld termijn (twee weken) wordt ingehaald.
Art. 4.33 Indien een competitiewedstrijd niet binnen de daarvoor geldende termijn wordt gespeeld (art 4.32) of indien beide teams geen datum kunnen plannen, dan legt de wedstrijdsecretaris onherroepelijk een bindende speeldag op waarin deze wedstrijd gespeeld zal worden. Deze wedstrijd heeft dan voorrang op andere competitiewedstrijden. Bekerrondewedstrijden gaan te allen tijde voor.
Art. 4.34 Wordt er niet aan art. 4.33 voldaan dan kan de wedstrijdsecretaris het team in overtreding voor deze wedstrijd nul punten toekennen. Het andere team zal aan het eind van de competitie voor deze wedstrijd de helft plus één punt toegekend krijgen. Mocht er aan het eind van het seizoen blijken dat dit onder het gemiddelde van dit team ligt dan zal het toegekende aantal punten aangepast worden.
Art. 4.35 Indien een team niet of te laat afzegt heeft het andere team de keuze: A. de wedstrijd alsnog uitstellen, B. het claimen van de wedstrijd. Dit laatste kan door dit op het wedstrijdformulier te
vermelden en op te sturen naar het wedstrijdsecretariaat. Men krijgt dan 6 punten voor de wedstrijd. Mocht aan het eind van het seizoen blijken dat dit onder het gemiddelde ligt, dan zal het puntenaantal opgetrokken worden. Het in gebreke blijvende team krijgt -3 punten.
Art. 4.36 Mocht bij het claimen van een wedstrijd blijken dat dit de competitie dermate kan schaden en dat hiermee de competitie wordt vervalst, dan kan de wedstrijdsecretaris alsnog een bindende speelweek opleggen.
Art. 4.37 De aanvang van een competitie of bekerwedstrijd is 20.00 uur. Het bezoekende team dient om 19.45 uur aanwezig te zijn, waarna zij kunnen ingooien tot 20.00 uur. Na telefonisch overleg mogen de in dit punt genoemde tijden een half uur verschoven worden.
Art. 4.38 De spelerspas van een speler van een team, die voor het team uitkomt tijdens een bepaald wedstrijdonderdeel dient ter controle aan het andere team overlegd te worden.
Art. 4.39 Een speler die niet aan art. 4.38 kan voldoen moet als een niet speelgerechtigde speler worden beschouwd. Opmerkingen hierover dienen op het wedstrijdformulier vermeld te worden.
Art. 4.40 Bij het gooien van een koppel of een teamronde is elk team vrij de volgorde te bepalen waarin de spelers gooien. Deze volgorde moet dan wel in elke leg van de betreffende koppel of teamronde gehandhaafd worden.
Art. 4.41 Indien men de handtekening ter goedkeuring op het wedstrijdformulier heeft geplaatst, gaat men akkoord met de getoonde spelerspassen.
Art. 4.43 In de laatste twee competitieronden kunnen er geen wedstrijden meer worden uitgesteld. Bij overmacht kan men dispensatie aanvragen bij de wedstrijdsecretaris.
Alle nog uitstaande inhaalwedstrijden dienen vóór deze termijn gespeeld te zijn, zodat er een complete tussenstand is voor aanvang van de laatste twee competitieronden.
Wordt hieraan niet voldaan, zal een claim volgen voor het team wat de wedstrijd in eerste instantie heeft uitgesteld.
Art. 4.44A Opgave/uitschrijving van een team gedurende de wintercompetitie geschied door een schriftelijk verzoek of per e-mail aan het adres van het wedstrijdsecretariaat. Zowel het team als de individuele spelers van het team dat stopt zal in het beginsel het daaropvolgende seizoen zich niet meer in kunnen schrijven. Deze sanctie geldt voor 1 kalenderjaar, wat dus één zomer en één wintercompetitie behelst.
Art. 4.44B Indien er aanwijsbaar overmacht in het geding is bij punt A, kan het bestuur alsnog dispensatie verlenen.
Art. 4.44C Bij opgave in de eerste of tweede competitiehelft wordt het team geheel uit de tussenstand en eindstand gehaald.
Art.4.44D Indien een team 3 claims (-3) heeft ontvangen gedurende het competitieseizoen zal de wedstrijdsecretaris hen een officiële waarschuwing geven. Bij de 4e claim zal het team onherroepelijk uit de competitie genomen worden en wordt artikel 4.44A van kracht.
Hfd. 5 De Score
Art. 5.1 De buitenste smalle rand scoort twee maal het aantal punten van dat segment en is een double. De ring halverwege scoort drie maal de segmentwaarde en is een triple.
Art. 5.2 De buitenste ring van de bull scoort 25 punten. De binnenste ring van de bull (bulls eye) scoort 50 punten en is ook een double.
Art. 5.3 Een dart scoort alleen als de punt in het bord blijft zitten en de schrijver een ‘call’ heeft gegeven voordat de speler zijn of haar darts uit het bord heeft gehaald. Heeft de schrijver de score gezegd of geschreven en de dart valt alsnog uit het bord, dan wordt deze score meegeteld.
Art. 5.4 Een protest betreffende het aantal gescoorde punten hoeft, nadat de speler zijn of haar darts uit het bord heeft gehaald, niet gehonoreerd te worden.
Art. 5.5 De score moet duidelijk door de schrijver op het scorebord vermeld worden, ongeveer op hoofdhoogte van de speler.
Art. 5.6 Alle scores en berekeningen dienen door de schrijver en de spelers gecontroleerd te worden. Staan de scores en het daarbij behorende puntenaantal op het bord en heeft de desbetreffende speler de eerste dart van de daaropvolgende beurt geworpen dan zijn protesten t.a.v. de vorige scores niet meer mogelijk.
Art. 5.7 Alle vragen omtrent de score en de stand dienen gesteld te worden voordat dezelfde speler zijn of haar volgende beurt werpt. En dienen tot de schrijver gericht te worden.
Art. 5.8 De schrijver mag geen indicatie geven over de te gooien double. Uitsluitend op verzoek van de speler mag de schrijver melding maken van: A. het totaal nog te werpen aantal punten, B. het aantal geworpen punten per dart of nog niet volledig geworpen
beurt. De schrijver geeft een ‘call’ als de gewenste double is geworpen.
Hfd. 6 De Bekerronde
Art. 6.1 Op de bekerronde zijn alle bepalingen en toepassingen van kracht van dit huishoudelijk reglement, met uitzondering van de volgende artikelen: art. 4.14, art. 4.15, art. 4.16 en art. 4.19.
Art. 6.2 Invallen door een speler is alleen toegestaan als hij of zij een speler is van dat team.
Art. 6.3 Is er toch een speler van een ander team gebruikt, dan zal de wedstrijdsecretaris de wedstrijd 0-0 verklaren en beide teams uit de bekerronde halen.
Art. 6.4 Een bekerronde wedstrijd moet in dezelfde week gespeeld worden, welke door de wedstrijdsecretaris is bepaald. Indien een van beide partijen hieraan niet voldoet, kan uitsluiting van de bekerronde voor dat team tot gevolg hebben.
Art. 6.5 Er wordt voor aanvang van de wedstrijd getost (bull) wie er mag beginnen.
Het team dat de tos wint begint het 1e wedstrijdonderdeel het andere team het tweede, enz.
Art. 6.6 Er wordt door beide teams geteld (om en om).
Art. 6.17 De uitslag van het claimen van een bekerwedstrijd zal op 5-0 (14-0 in legs)
gesteld worden.
Hfd. 7 Algemene Bepalingen
Art. 7.1 Waarin dit reglement wordt gesproken over personen is taalkundig de mannelijke vorm aangehouden; echter op die plaats kan ook de vrouwelijke vorm gelezen worden.
Art. 7.2 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur.
Bijlage A. SPELSYSTEMEN.
SINGLES KOPPELS TEAMRONDE
Eredivisie: 501 best of 7 4x 501 best of 5 701 best of 3
1E divisie: 501 best of 5 4x 501 best of 5 701 best of 3
2E divisie: 501 best of 5 2x 301 best of 5 701 best of 3
2x 501 best of 5
3E divisie: 501 best of 5 2x 301 best of 3 701 best of 3
2x 501 best of 3
JFF - 4E divisie: 501 best of 3 2x 301 best of 3 701 best of 3
2x 501 best of 3
A.D.O. BEKERRONDE (voor Master en Talent Cup).
Singles: 501 best of 5
Koppels: 2x Tactics best of 3
2x 501 best of 5
Teamronde: 701 best of 3